dinsdag 9 april 2013

College's

College week 1.



De Renaissacne.

 
De Renaissance.
Renaissance betekend letterlijk wedergeboorte. De renaissance is een tijdperk die duurde van 1300-1600 in de Europese cultuurgeschiedenis die de middeleeuwen opvolgde. De term renaissance kwam vanaf de 19e eeuw in omloop als een historisch periode begrip. De renaissance begon in de veertiende eeuw in Florence, Italië als een culturele beweging die zich verspreidde in de rest van Europa. Het woord renaissance is verzonnen door de Italianen omdat hun meenden dat er een nieuwe periode begon na het verval van de middeleeuwen. De renaissance word gezien als een gouden eeuw die letterlijk een wedergeboorte was na de periode van de klassieke oudheden. tevens word het gezien als de aanvang van de moderniteit, een tijd van grote veranderingen door onder andere de afkeer van de kerkelijke bemoeienissen en het feodaal systeem.

Het verschil tussen de middeleeuwen en de Renaissance is dat de mensen in de middeleeuwen meer gericht waren op god, en in de Renaissance alles meer gericht was op de mens. Dit wordt ook wel humanisme genoemd (de mens staat centraal). De mens is de oorzaak van alles om ons heen, omdat de mens de omgeving bekijkt en er orde schept. De tuinen en landscahppen rondom de villa zijn in hamonie met de villa net als de kosmos.

 
Andrea Palladio.
Andrea di Pietro della Gondola (Palladio) is de architect van villa Rotonda. Andrea di Pietro della Gondola is de werkelijke naam van Andrea Palladio. De naam is veranderd naar Palladio omdat hij een architect is, een architect creëert en veranderd de wereld. Volgens Tricino (de ontdekker van Palladio) was dit goddelijk waardoor hij dus een goddelijke naam kreeg. Palladio is afgeleid van de wijsheid Pallas Athene ( een Griekse godin) Palladio betekend de wijze.

De Palladiaanse stijl leunt op klassieke romeinse principes die Palladio herontdekt, toepast en uitlegt in zijn werken. Palladio interpreteertdeze principes en past ze toe bij ontwikkelingvan nieuwe typologieën zoals de villa. Palladio’sreputatie tijdens zijn leven en na zijn dood, is gebaseerd op zijnvilla-ontwerpen. De villa's die Palladio ontwerpte zijn te vinden in provincie Vicenza (Italië), Pallazi en in Venetië.


De stijl van Palladio is gebaseerd op twee regels:


-       Ontwerpregels(uiterlijke verschijning)

-       Constructieregels(de logica van de constructie)

 
Palladio heeft in totaal vier boeken geschreven, daarin beschreef hij dat het werk mooi, elegant en duurzaam moet zijn. Belangrijke aspecten die hij noemde waren:

-       Symmetrie: het gebouw moet de schoonheid van het menselijk lichaam hebben.

-       Ornamenten: “moet zo juist mogelijk toegepast worden”

-       Economisch: een huis moet aangepast zijn en betaalbaar voor de bewoners “de groten van de republiek”,welgestelden en handelaren.

 
Locatie.
De locatie was ook heel erg belangrijk voor Palladio, het moest bijvoorbeeld niet in een vallei liggen omdat het daar vochtig en slecht was voor de graanopslag. Het was daardoor ook heel slecht voor de gezondheid, lichaam en geest. Tevens was het land daardoor ook niet te overzien. Het moest daarom op plaatsen met zuiver water en gezonde lucht.


Proportiesyteem.
Pythagoras was de eerste man die de kosmos als een harmonisch geheel zag.
Hij luisterde naar tonen van snaren om daar proporties uit te halen, daarom zag hij villa's en gebouwen als een muziekstuk. Daarnaast heeft Palladio zelf met behulp van de proporties van albertie zelf een proportiesysteem bedacht.


Wetenschap, wiskunde muziek werd ook bekeken en gebruik in de architectuur tijdens de renaissance want dit was door de mens gemaakt. De paars omlijnde vierkanten geven het proportiesysteem van Alberti aan. De andere zijn bedacht door Palladio.


 






 
 

College week 4.

Het plastisch getal en de Bossche school.


Het plastisch Getal.
Welke verschillen in grootte ervaren wij als belangrijk? Als maatstaf daarvoor heeft Van der Laan het Plastisch Getal ontdekt. Al experimenterend heeft hij dit verhoudingsgetal gevonden; hij heeft er ook een wiskundige redenering aan ten grondslag gelegd. Het is te vergelijken met de hele en halve tonen waarmee we in toonladders verschillen in toonhoogtes vastleggen die goed op het gehoor zijn te onderscheiden en bij elkaar passen. Zoals we met de bewust gekozen drempels van hele en halve tonen geluid ordenen, zo kunnen we met het Plastisch Getal maten bepalen en ordenen in de architectuur. En om de vergelijking door te trekken: zoals je dankzij de onderlinge verschillen in tonen akkoorden kunt vormen en muziek kunt componeren, zo stelt het Plastisch Getal de architect in staat om de onderlinge verhouding van volumes en ruimtes tot een geheel te ‘componeren’.

Voor een goed begrip: het Plastisch Getal legt geen maten vast, alsof je alleen bepaalde maten zou mogen gebruiken, maar is een maatstaf voor de verhouding tussen maten. Het is dus een verhoudingsgetal.


Gevonden verhouding.
Als wij op het oog iets doormidden delen, zijn de twee delen zelden precies gelijk. Toch noemen we ze ‘even groot’. Binnen een zekere marge van verschil ervaren we dingen als ‘even groot’. Worden de grenzen van die marge overschreden dan zeggen we dat iets ‘groter’ of ‘kleiner’ is. Al experimenterend concludeerde Van der Laan welk verhoudingsgetal die grenzen bepaalt. Wat grofweg driekwart (3/4) kleiner is, of omgekeerd dus eenderde (4/3) groter, zit voor ons gevoel op de grens van de marge waarbinnen we iets ‘even groot’ noemen.


Types en ordes van grootte.
Met het Plastisch Getal kunnen we in principe een eindeloos oplopende reeks van groottes construeren. Van der Laan beredeneert dat de samenhang binnen zo’n reeks verloren gaat als het verschil tussen de grootste en de op-een-na-grootste maat groter is dan de kleinste maat in die reeks. Hij berekent dat je met zeven opeenvolgende maten nog een samenhangende reeks hebt. Zouden we de reeks groter maken, dan hebben de grootste en kleinste maat in die reeks, als we die naast elkaar zouden zetten, voor ons gevoel geen relatie meer met elkaar.


Het plastisch getal is geen getal het is een verhouding die ieder mens aanschouwd. Door de juiste verhoudingen worden delen met elkaar verbonden. Deze verhoudingen moeten door een architect gebruikt worden, zodat mensen het gebouw als iets goeds en als een eenheid aanschouwen. Als je meerdere mensen een stapel stenen laat sorteren op klein, evenrgoot en groot zal iedereen nagenoeg dezelfde stenen op dezelfde stapel leggen. Dit betekend dat de verhoudingen door de meeste mensen als het zelfde worden ervaren. Ook de afstand tussen de voorwerpen heeft iets met de beleving te maken. Wanneer de voorwerpen te ver van elkaar afstaan zie je de verbinding niet meer en worden ze beschouwd als 2 lossen voorwerpen. Het heeft niks met cm of mm te maken of we iets als groter of kleiner maar met de vorm en vergeleken voorwerpen.

 




Bossche School
De Bossche School is een verzamelnaam voor een geheel van ideeën aangaande architectuur, stedenbouw, meubilair, etc., waar het gedachtegoed van de Benedictijner monnik Dom Hans van der Laan aan ten grondslag ligt. In de beslotenheid van het klooster wijdde hij zich aan een speurtocht naar de grondslagen van de architectuur. Hierbij ontdekte hij de beginselen voor de verhoudingenleer die later ‘het plastische getal’ zou worden genoemd. Dit is een ordening en maatverhoudingen-stelsel zowel in de natuur als in vele architectuurstromingen in de klassieke oudheid van diverse culturen. Het bouwen is in feite het ontnemen en verbijzonderen van een stukje natuur om de mens fysiek te beschermen met wanden, vloeren en daken; het op deze wijze expressief maken van dat omhulsel met openingen in de juiste afmetingen is architectuur. Dit geldt voor de dikte, de lengte en de breedte van de diverse onderdelen als zodanig maar ook ten opzichte van elkaar. Omdat vanaf 1946 in Den Bosch de cursus over deze vernieuwende architectuur werd gegeven, ontstond de benaming Bossche School. Deze cursus was bedoeld om de naoorlogse kerkenbouw te ondersteunen en heeft twee generaties architecten opgeleverd.


College week 6.

Muziek in de Renaissance.
 
 
In de periode van de Renaissance zag je een grote verandering en ontwikkeling van de eenstemmige gregoriaanse muziek en de uiteindelijke vorm daarvan. Gregoriaans is de muziekvorm uit de vroege middeleeuwen, de muziek die je hoort in kerken. De muziek stukken die gemaakt worden zijn vooral missen (kerk), motetten (het geestelijke lied) en madrigalen (het wereldlijke lied).
De kerk was toen der tijd de enige instantie waar muziek voorkwam. De middeleeuwse kerk erfde het Gregoriaanse gezang. Buiten de kerk kwam de muziek van allerlei soorten minstrelen of jongleurs die liederen begeleiden met instrumenten.

In de Renaissance werd wereldrijke, sensuele en ritmische muziek belangrijker. Muziek werd gezien als een kunst en was niet langer meer anoniem. De liederen werden beschouwd als individuele kunstwerken.

De muziek kreeg ook een belangrijkere rol in de architectuur. Muziek gaf harmonie, een soort evenwicht. Ook de belevenis en de gevoelens kwamen naar boven zoals somberheid en rust. De klankschoonheid zorgde voornamelijk voor ritme en gaf inspiratie voor diverse architecten.

Tijdens de Renaissance en de middeleeuwse muziek waren er veel regels opgesteld. Regels waaraan gehouden moest worden. De muziek zorgde ervoor om minder gebonden te zijn aan de regels van bijvoorbeeld de kerk.
Schermafbeelding 2013-01-18 om 17.00.36
Belangrijke punten in deze tijd was de muziek, de waarheid, de eeuwigheid en de kosmos. In de muziek kwamen ook goddelijke verhoudingen en proporties voor die ze tot uitdrukking willen brengen. De mens en kosmos staan in verhouding met elkaar, dit was dan ook de grondslag van de muziek in de Renaissance. Alles, waaronder de muziek en de architectuur, had een verhouding en was wetenschappelijk hanteerbaar. De muziek is dus ook belangrijk in de wetenschap (bij het rekenen, meetkunde en astrologie etc). In de muziek kwamen onder andere veel verhoudingen terug zoals ruimte-octaaf-diapason. Ook als er wordt gekeken naar een piano zie je veel verhoudingen waaronder octaaf, kwart, kwint. In de muziek kan ook naar dezelfde of verschillende nootlengtes of hoogtes worden gezocht.

Met de muziek die gemaakt werd probeerde ze je een bepaalde belevenis mee te geven, dit doet Palladio ook in zijn gebouwen. De verhoudingen die in de muziek werden gebruikt konden terug worden gevonden in de gebouwen. De vormen ontstonden door de akkoorden van de muziek. De gebouwen waren altijd in verhouding en harmonieus. De gebouwen moesten vaak worden ontleed om de proporties en verhoudingen te kunnen ontdekken.

In de Renaissance waren ze op zoek naar de echte waarheden in de kosmos. Harmonie kon de absolute waarheid in een gebouw of in de muziek weergeven. Bij dit soort muziek worden tegelijkertijd meerdere melodieën langs elkaar afgezongen en in verhouding gebracht.

In de renaissance werden ook Plato en Pythagoras bekend. Alles kwam aan op orde en balans. De cirkel was de ideale vorm. In een cirkel is alles gelijk aan elkaar. Het gaf orde en symmetrie.

Plato, Pythagoras, Nicomachus, Ptolemeus en Aristoteles werden bekender door de meest prominente geleerde uit de vroege middeleeuwen, Boethuis. Het werk van Boethuis was hier namelijk sterk door geïnspireerd. Alles had betrekking op wiskunde, muziek, geometrie en astronomie. Deze disciplines zorgde ervoor dat de ziel kennis kon maken met onstoffelijke kennis. Boethuis muziek was erg uniek en heeft veel invloed gehad op latere muziektheoretici.


Schermafbeelding 2013-01-18 om 17.02.04
 
Schermafbeelding 2013-01-18 om 17.01.57


Tempietto di San Pietro


Donato Bramante.

Donato Bramante (1444 – Rome, 11 maart 1514) was een Italiaanse architect en kunstschilder, die tijdens de Renaissance werkte in Florence en Rome. Zijn beroemdste ontwerp is een eerste bouwplan voor de Sint-Pietersbasiliek in Rome. Bramante wordt, samen met bijvoorbeeld Alberti en Michelangelo, gezien als een van de grootmeesters van de zuivere verhoudingen en de gulden snede tijdens de Renaissance.
 

 

 

 

 

De opdracht.

Tijdens de bouw van de Santa Maria della Pace (voltooid in 1504) kreeg Bramante de opdracht van de Spaanse koning Ferdinand en koningin Isabella om een kerk te bouwen ter nagedachtenis aan de kruisiging van Petrus, een van de apostelen en de eerste paus. Voor hem bouwde Bramante de perfect punt symmetrische cirkelvormige Tempietto. Veel latere architecten gebruikten dit in die tijd unieke bouwwerk als inspiratie.

Omgeving.

Tempietto is gelegen op de binnenplaats van het klooster bij de San Pietro in Montorio. Tempietto is te bereiken via een deur in het klooster of via een poort. Van buiten het klooster is het gebouw nauwelijks te zien op de binnenplaats.

Het was eigenlijk de bedoeling dat het Tempietto op een cirkelvormige binnenplaats met vier kleine kapellen kwam te staan, omringd door een extra cirkelvormige rij zuilen. Deze keuze is gemaakt om het tempeltje samen met zijn omgeving een geheel te laten vormen. Er was echter niet genoeg ruimte om dit idee uit te werken. Een andere rede waardoor dit plan niet is gerealiseerd, is dat Bramante er geen tijd meer voor had, omdat hij andere grote opdrachten had binnengesleept.

Nu is het Tempietto op een binnenplaats geïsoleerd, deze binnenplaats is te klein voor het gebouw en past totaal niet bij het Tempietto door de totaal verschillende elementen in de omringende gebouwen ten opzichte van de tempel.
 
 

Tempietto di San Pietro.

 De plattegrond is een cirkel dat vanuit de oudheid al werd gezien als een teken van goddelijkheid en perfectie. Deze gedachtengang is doorgestroomd naar de middeleeuwen en Renaissance. Het gebouw is geïnspireerd op de romeinse tempel van Vista. Deze tempel werd gebouwd voor het aanbidden van de aarde. Omdat de aarde rond was werd de tempel ook rond. Vanuit deze aarde komt het eten en is dus een grondbeginsel. St. Peter was een hoog priester en een soort koning van het Christendom. St. Peter is dus ook 'de aarde' waarop het gebouw is geïnspireerd.
 
 
St. Peter werd gezien als een held en kreeg daarom de eer om een ronde tempel te krijgen. De dubbele ronde boog boven het beeld staat voor de overwinning net zoals bij de romeinen. In de romeinse godsdienst werd de god Janus gezien als bewaarder van de poort naar de hemel. St. Peter werd ook zo gezien, daardoor wordt hij ook vaak afgebeeld met een sleutel in zijn hand. De verhoging waar St. Peter op staat, staat voor de macht die hij en de kerk hadden, dat is de reden waarom hij hoger staat.
 
Er zijn 2 assen door het verlengde van het gebouw, deze assen worden weer door 2 gedeeld, en die assen worden ook weer door 2 gedeeld. Met dit principe zijn de zuilen geplaatst, er zijn namelijk 16 assen, dus ook 16 zuilen. Volgens Vitruvius was 16 het perfecte getal.
 
Het getal 3 (de vader, de zoon en de heilige geest) en 4 (deling van 16), zijn belangrijke getallen. Daarom zijn er ook 3 ingangen tot het kappeltje en 4 ingangen naar het binnenhof. Verder zijn er 8 ramen, 8 nissen en 48 metropen.
 

 

Verhoudingen in de gevel.